Dossier n° 1,
19 p., 1975
Référence : D1_nl
Cette publication n'est plus en stock
Nadat de kolen- en staalindustrie van België in 1952 was opgenomen in een Europese eenheid, volgde in 1958 de gehele economie. De Europese Gemeenschap telt op dit ogenblik negen lid-staten met samen bijna 260 miljoen inwoners. Zij bezit gemeenschappelijke instellingen en voorschriften. Op belangrijke gebieden gelden gemeenschappelijke beleidslijnen of Europese beslissingen waaraan elke lid-staat zich heeft te houden. Volgens de verklaringen van staatshoofden en regeringsleiders tijdens hun bijeenkomsten ligt het in de bedoeling het communautaire beleid verder uit te bouwen ten aanzien van kwesties van vitaal belang zoals de munteenheid, de energievoorziening en de politieke samenwerking, zodat de Negen tegenover de buitenwereld eendrachtig kunnen gaan optreden en gemeenschappelijk hun stand¬punten bepalen ten aanzien van de grote internationale vraagstukken op politiek en economisch gebied. Officieel beweren de Negen aan te sturen op een echte Europese Unie. Waar kunnen we België in heel die onderneming situeren? Welke rol kunnen wij dit land daarin toebedelen, wanneer wij bedenken dat het in menselijke dimen¬sie uiteraard slechts «klein» is (vergeleken met Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië)? Welke houding nemen de burgers, de groeperingen en de machthebbers in België aan ten opzichte van de Europese constructie, met al haar wederwaardigheden en crises? […]
Introduction à la Belgique fédérale
12,00 €
Questions d’histoire politique de Belgique. Liber Amicorum Paul Wynants
20,00 €
Lever l’impôt en Belgique. Une histoire de combats politiques (1830-1962)
35,00 €